Uit de homilie van de paus tijdens de Lichtprocessie op 13 september 2009
150 jaar geleden, op 11 februari 1858, zag een jong meisje van Lourdes, Bernadette Soubirous, bij de grot van Massabielle even buiten de stad een licht en in dat licht een jonge dame “die mooier was dan om het even wie”.
Veel mensen hebben er van getuigd: de ontmoeting met het stralende gezicht van Bernadette beroerde de harten en de blikken. Of het nu tijdens de verschijningen was of toen ze er over vertelde, telkens was haar gezicht stralend. Bernadette was voortaan door het licht van Massabielle bewoond.
Nochtans bestond het leven van de familie Soubirous uit ellende en verdriet, ziekte en onbegrip, verwerping en armoede. Ook al ontbrak de liefde en de warmte niet in de relaties binnen de familie, toch was het leven in het cachot hard om dragen. Maar de schaduw van de
aarde heeft het licht van de hemel niet belet te stralen. “Het licht schijnt in de duisternis…” (Joh 1, 5).
Lourdes is een van die plaatsen die God heeft uitgekozen om er op een bijzondere manier zijn schoonheid te laten schijnen. Vandaar het belang van het symbool van het licht.
Vanaf de vierde verschijning stak Bernadette elke morgen bij haar aankomst bij de grot een gewijde kaars aan, en hield ze in haar linkerhand vast, zolang de Maagd zich toonde. Heel vlug gaven mensen een kaars aan Bernadette om ze achteraan in de grot in de grond vast te zetten. Heel vlug ook gingen mensen zelf kaarsen plaatsen op die plek van vrede en licht. De Moeder van God liet zelf weten blij te zijn met dat eerbetoon van die duizenden vlammetjes die sindsdien voortdurend de rots van de verschijning belichten, en dit om haar te eren.
Vanaf die dag schittert voor de grot, dag en nacht, zomer en winter, een vurige struik, in brand gestoken door het gebed van de pelgrims en de zieken, als uitdrukking van hun zorgen en noden, maar vooral van hun geloof en hun hoop.
Moge Lourdes, dat land van licht, een school blijven voor het leren bidden van de rozenkrans, die de leerling van Jezus leidt, onder het oog van Maria, naar een waarachtige en hartelijke dialoog met zijn Meester!
Langs Bernadette horen wij de Maagd Maria ons vragen “naar hier in processie te komen” om in eenvoud en vurig te bidden.
150 jaar geleden, op 11 februari 1858, zag een jong meisje van Lourdes, Bernadette Soubirous, bij de grot van Massabielle even buiten de stad een licht en in dat licht een jonge dame “die mooier was dan om het even wie”.
Veel mensen hebben er van getuigd: de ontmoeting met het stralende gezicht van Bernadette beroerde de harten en de blikken. Of het nu tijdens de verschijningen was of toen ze er over vertelde, telkens was haar gezicht stralend. Bernadette was voortaan door het licht van Massabielle bewoond.
Nochtans bestond het leven van de familie Soubirous uit ellende en verdriet, ziekte en onbegrip, verwerping en armoede. Ook al ontbrak de liefde en de warmte niet in de relaties binnen de familie, toch was het leven in het cachot hard om dragen. Maar de schaduw van de
aarde heeft het licht van de hemel niet belet te stralen. “Het licht schijnt in de duisternis…” (Joh 1, 5).
Lourdes is een van die plaatsen die God heeft uitgekozen om er op een bijzondere manier zijn schoonheid te laten schijnen. Vandaar het belang van het symbool van het licht.
Vanaf de vierde verschijning stak Bernadette elke morgen bij haar aankomst bij de grot een gewijde kaars aan, en hield ze in haar linkerhand vast, zolang de Maagd zich toonde. Heel vlug gaven mensen een kaars aan Bernadette om ze achteraan in de grot in de grond vast te zetten. Heel vlug ook gingen mensen zelf kaarsen plaatsen op die plek van vrede en licht. De Moeder van God liet zelf weten blij te zijn met dat eerbetoon van die duizenden vlammetjes die sindsdien voortdurend de rots van de verschijning belichten, en dit om haar te eren.
Vanaf die dag schittert voor de grot, dag en nacht, zomer en winter, een vurige struik, in brand gestoken door het gebed van de pelgrims en de zieken, als uitdrukking van hun zorgen en noden, maar vooral van hun geloof en hun hoop.
Moge Lourdes, dat land van licht, een school blijven voor het leren bidden van de rozenkrans, die de leerling van Jezus leidt, onder het oog van Maria, naar een waarachtige en hartelijke dialoog met zijn Meester!
Langs Bernadette horen wij de Maagd Maria ons vragen “naar hier in processie te komen” om in eenvoud en vurig te bidden.
De lichtprocessie vertaalt in onze menselijke ogen het mysterie van het gebed: in de eenheid van de Kerk, die de heiligen van de hemel en de mensen van de aarde verenigt, ontspringt het licht van de dialoog tussen de mens en zijn Heer, en zo opent zich een weg in de geschiedenis van de mensen, ook in zijn meest duistere momenten.
Deze processie is een moment van grote kerkelijke vreugde, maar ook een tijd van grote ernst: de intenties die wij meebrengen onderstrepen onze diepe eenheid met alle lijdende mensen.
Deze processie is een moment van grote kerkelijke vreugde, maar ook een tijd van grote ernst: de intenties die wij meebrengen onderstrepen onze diepe eenheid met alle lijdende mensen.
Lourdes is een plaats van licht omdat het een plaats is van eenheid, van hoop en van bekering. Bij het vallen van de avond zegt Jezus ons: “Houdt uw lampen brandend” (Luc 12, 35). Lamp van het geloof, lamp van het gebed, lamp van de hoop en van de liefde!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten