Z.H. Paus Franciscus op het feest van St. Jozef.
In de Hospitalité N.Dame de Lourdes is de " serrvice St. Joseph " met deze als patroonheilige één van de diensten die instaat voor:
° het vervoer tussen het station en de luchthaven enerzijds en de logiescentra anderzijds bij aankomst en vertrek van de zieke pelgrims
° de organisatie van de vieringen
° de hulp bij het gebed aan de Grot
°het onthaal vóór de Baden,
° de hulp bij de geloofsuitdrukking met het symbool van het Water in de Baden.
Wij citeren uit de homilie van de paus:Een duiding op de zorgzaamheid en het behoeden van de ons toevertrouwden in de Hospitaliteit.
We hebben in het Evangelie gehoord, dat Jozef “deed wat de Engel des Heren hem had bevolen en zijn vrouw tot zich nam” (Mt. 1, 24). In deze woorden is al de opdracht gegeven, die God aan Jozef toevertrouwt, namelijk custos - behoeder- te zijn. Behoeder van wie? Van Maria en Jezus; maar het is een zorgzaamheid die zich dan ook naar de gehele Kerk uitbreidt. De zalige Johannes Paulus II heeft benadrukt, dat “de heilige Jozef, zoals hij liefdevol zorg droeg voor Maria en zich vol ijver en vreugde wijde aan de opvoeding van Jezus Christus, hij ook zorg droeg voor het mystieke lichaam, de Kerk, waarvoor de heilige Maagd Maria het voorbeeld en voorafbeelding is en die Jozef ook beschermt en behoedt”.
Vandaag vieren we
tegelijk met het feest van de heilige Jozef het begin van het dienstambt van de
nieuwe bisschop van Rome, de opvolger van Petrus, - een ambt, dat ook macht
heeft. Zeker, Jezus Christus heeft Petrus macht verleend, maar om wat voor
macht gaat het dan? Op de drievoudige vraag van Jezus aan Petrus over de liefde
volgt de drievoudige oproep: weidt mijn lammeren, hoedt mijn schapen. Vergeten
we niet, dat de ware macht de dienst is, en dat ook de paus, om zijn macht te
kunnen uitoefenen, zich steeds meer moet overgeven aan die dienstbaarheid die
haar hoogtepunt heeft in het kruis; dat hij een voorbeeld moet nemen aan de
deemoedige en concrete door het geloof vervulde dienst van Jozef en hoe hij
zijn armen moet spreiden om het hele volk van God te hoeden en met liefde en
tederheid de gehele mensheid aan te nemen, in het bijzonder de allerarmsten, de
zwaksten, de geringsten, diegenen die Matteus in het laatste oordeel over de
liefde beschrijft: de hongerigen, de dorstigen, de vreemdelingen, de naakten,
de zieken, de gevangenen. Alleen hij die in liefde dient, weet te behoeden.
De roeping tot behoeden
geldt echter niet alleen ons christenen; ze heeft een dimensie, die vooruitgaat
en die eenvoudig menselijk is, die allen aangaat. Ze bestaat daaruit, om de
gehele schepping, de schoonheid van de schepping te bewaren zoals ons in het
boek Genesis wordt voorgehouden en zoals ons de heilige Franciscus dat heeft
laten zien: ze bestaat er uit om achting te hebben voor ieder schepsel van God
en voor de omgeving waarin we leven. De mensen te behoeden, voor allen zorg te
hebben, voor ieder mens, met liefde, zeer bijzonder voor kinderen, oude mensen,
voor diegenen die zwak zijn en vaak in ons hart naar de rand worden gedrongen.
Ze bestaat eruit om binnen het gezin op elkaar te letten: de echtelieden moeten
voor elkaar zorgen en als ouders moeten zij zorg hebben voor hun kinderen. En
mettertijd worden dan de kinderen ook de behoeders van hun ouders. De zorg
bestaat er uit om te leven in oprechte vriendschappen; dat is elkaar wederzijds
behoeden in vertrouwdheid, wederzijds respect en goedheid. In feite is alles
aan de zorg van de mens toevertrouwd en is het verantwoordelijkheid die allen
aangaat. Weest hoeders van de gaven van God!