Praten met zieken

Televisieman Jan Van Rompaey (Ombudsjan) verhaalt in zijn boek “Van harte beterschap. Verhalen uit Gasthuisberg”– uitgave Van Halewyck. over gesprekken die hij 17 jaar lang voerde met zieken, hun familie, artsen, verpleegkundigen en met het personeel van het Leuvense Universitair Ziekenhuis.

Hij schreef:
Naar de mensen toestappen die meestal met onprettig nieuws in hun hoofd zitten, vindt hij een van de moeilijkste dingen die er zijn.
Uit die verhalen heeft hij geleerd te relativeren. “Er wordt zoveel gezeurd in dit land maar veel van de problemen waarover mensen zeuren zijn niets vergeleken met de problemen van zieken.”

Dit kunnen ook onze begeleiders van zieken en gehandicapten beamen die tijdens een bedevaart de tijd nemen om eens te praten met de zieken die voor enkele dagen uit hun isolement van een ziekenhuis, rusthuis of home zijn gehaald.

Tijd maken voor een praatje helpt ons maar vooral ook de zieken die wat troost vinden om eens gehoord te worden.

Op een boekenmarkt vond ik een boek: “Ontmoetingen van een brancardier” door Henk de Rijck – uitgeverij Conserve. 1993

Henk de Rijck, zo las ik op de omslag van het boek, kwam voor het eerst in 1968 naar Lourdes, nadien kwam hij er meer dan 40 maal. Hij was naar Lourdes gekomen om de genezing te vragen van zijn auditieve handicap maar deze beweegreden verdween direct op de achtergrond toen hij al die zieken zag en diegenen die hen hielpen. Hij wilde ook brancardier worden, net als zij. Hij wilde de meest hulpbehoevende mensen ter wereld zelf naar de Grot brengen om er voor te knielen zodat ze hun toevlucht konden nemen bij de “ Troosteres der bedroefden en de Moeder van de Goede Raad”.

Als hospitalier en pratend met deze mensen kon hij hen in vertrouwen nemen en hen laten vertellen over hun eigen problemen en waarom ze naar Lourdes kwamen. Het resultaat heeft hij weergegeven in een tiental vertellingen.

In al deze vertellingen loopt één leidraad, één zelfde aspect van hun aanwezigheid te Lourdes: deze van de liefde, de naastenliefde of de tegenpool er van de verschrikkelijke liefdeloosheid. Want, zo schrijft hij: voor de liefde is geen weg onbegaanbaar.